Sandra Smets, NRC Handelsblad 23.10.2010


Conceptuele kunst en kippen houden – een wereld van verschil? Nee hoor, de Belgische kunstenaar Koen Vanmechelen kruiste twintig jaar geleden zijn eerste hen en haan en is nu aan de veertiende generatie toe. Thuis in België heeft hij duizend kippen rondlopen die hem telkens nieuwe parallellen tussen de dieren- en mensenwereld openbaren. Een video van typisch haantjesgedrag draait in Galerie West, waar hij laat zien hoe het dier – net als in de fabels van Reinaert de vos of George Orwells Animal Farm – nog altijd een metafoor is voor de menselijke soort. De kip wijst op zijn hebzucht en eindigheid. Een gouden ei in een incubator symboliseert onze hoop op de kip met de gouden eieren, twee urnen bevatten de as en beenderen van kippen die op zijn terrein stierven.

Nee, kippen vervelen hem nog lang niet, vertelt hij bij de opening van zijn tentoonstelling. En de kippen zelf, die er in een grote ren rond paraderen, vinden het blijkbaar ook prima om tot conceptuele kunst te zijn verheven.

Vanmechelen begon zijn kosmopolitische kip, zoals hij het zelf noemt, als reactie op discussies over integratie en vooroordelen. Door kippen te kruisen wilde hij tot een geglobaliseerde soort komen, een gevleugelde wereldburger. Maar in plaats van een überkip schiep hij steeds meer soorten. De chaos nam toe. Met als moraal dat variatie boeiender is dan eenheidsworst – dierenfabels hebben nu eenmaal een moraal, al weet Vanmechelen die vaak ook niet tevoren. Hij laat zich graag verrassen.

Zo merkte hij toen hij kippen door computers – virtueel – liet kruisen, hij de uitkomst als ervaringsdeskundige niet geloofde. Second Life kippen, noemt hij deze creaties, waarvan computerprints in de galerie hangen. Varend op intuïtie lapt Vanmechelen wetenschappelijke protocollen en rekenmodules aan zijn laars. Zo komt hij tot ongebruikelijke inzichten waardoor andere disciplines hem graag benaderen. Economische clubs praten met hem over hoe hij kippen assembleert en tot prototypes komt – handig voor het bedrijfsleven. Hij kreeg een eredoctoraat toen zijn boude stellingen over domesticatie (kort gezegd: de kip brak los van zijn natuurlijke habitat en wilde met de mens samenleven) bleken te kloppen. Kunst brengt ons nu eenmaal inzichten waar de wereld mooier en beter van wordt. Het is jammer dat in het huidige politieke klimaat zo weinig mensen dat willen zien.
Frits de Coninck, Galeries.nl 16.10.2010
Het klinkt als de kleren van de keizer. Drie kippen in een mooi getimmerd hok in galerie West in Den Haag en er een verhaal bij afsteken over kunst en wat de kunstenaar allemaal bedoelt. Het wordt de kunstcritici wel eens verweten dat ze met woorden dingen belangrijker kunnen maken dan ze zijn, dat ze over kunst schrijven omdat het kunst is, zonder dat de waarom-vraag aan de orde komt. Woorden kunnen inderdaad veel liegen en daarom is het niet helemaal verkeerd om af en toe wantrouwen te hebben tegen kunsttaal.
In het geval van Koen Vanmechelen, hij is het die in galerie West zijn Cosmopolitan Chicken Project toont, is de taal het probleem niet. Het probleem ligt veeleer bij de kijker die lacherig naar kippen in een sjieke kooi staat te kijken. Je ziet ze denken: zet iets banaals in een galerie of in een museum en het is kunst. Als je zo naar iets wilt kijken, dan is dat wat je krijgt. Bij Koen Vanmechelen kun je zo veel meer krijgen, op voorwaarde dat je je oordeel even uitstelt en de tijd neemt om te kijken, om vrij te denken en te reflecteren. Op voorwaarde dat je de kip in zijn project kunt zien als een metafoor.
Vanmechelen is in 1999 met zijn project begonnen. Hij kruiste een Mechelse Koekoek met een Poulet de Bresse, een culinaire traktatie, maar dat terzijde. Door het resultaat daarvan telkens te kruisen met een ander exemplaar van een gekend ras uit Engeland, USA, Duitsland, Nederland (de Uilebaard, voor de liefhebbers), Mexico, Cuba etc, heeft hij nu wat hij noemt een Mechelse Orlow, de 13e generatie in het programma. En die haan zit nu in een koninklijke ren in de galerie met twee Silkies uit China, te genieten van zijn hanigheid.
Tot zo ver de geschiedenis. Als ik de kip een metafoor noem, dan bedoel ik dat ik in die prachthaan het resultaat zie van globalisering, grensoverschrijding, mutatie, diversiteit, multiculturaliteit. Maar ook van kwetsbaarheid, overleven en wreedheid, want dat is de kip ook, als het kan een kannibaal. De kip staat van alle dieren het dichtst bij de mens, is het meest gedomesticeerd. Hoe arm je ook bent, een kip kun je houden omdat die haar kostje wel bij elkaar scharrelt en zelf weer voeding oplevert. Weet u dat 90% van de medicijnen gemaakt is op basis van kippeneieren? De kip spiegelt de omgang van de mens met zichzelf en met zijn wereld. We reizen, we kruisen, we vergroten onze wereld en tegelijk staan we er (nu in Nederland bijvoorbeeld) met de rug naar toe en willen we onze kooi sluiten. De kip als metafoor maakt de fragiele lijn zichtbaar tussen natuur en cultuur, tussen orde en chaos. En de kunstenaar wandelt mee op dat lijntje. De kip is niets anders dan de kwast en de verf in de handen van de schilder. Koen Vanmechelen schildert met kip.
chmkoomes's Blog, 04.09.2010
Vervolgens was het op naar West. Daar werd Koen Vanmechelen uitgenodigd een tentoonstelling te maken: er stond dus o.a. een kippenhok in de galerie met drie door hem gekweekte kippen. De afgelopen week was ik bij het afstuderen van een neef en daar studeerde ook een Belgische jongen af die dmv injectie eiwitten wist te kristalliseren. Hij deed meer onderzoek op dit gebied en wist o.a. een bepaald effect bij zebravisjes te genereren. Met die visjes heeft hij een presentatie gehouden bij de Verbeke-Foundation juist over de grens. Ik moest daar sterk aan denken toen ik in de tentoonstelling rondliep, het neigt toch naar wetenschappelijk onderzoek hoe Vanmechelen zijn kippen kruist en de opstellingen die hij laat zien doen laboratoriumachtig aan. Ze zijn daarentegen veel suggestiever dan een dergelijke opstelling en het uitgangspunt van dit werk heeft een duidelijk maatschappelijk geengageerde toon. Het is wel verrassend hoe kunst en wetenschap van beide zijden naar elkaar toe kunnen groeien.